WWW.BROODJEBROOD.NL

Herman als leren Pop

Het volgende verhaal ontdekte Broodje Brood op de website van amateurschrijver Erwin Houten.
Hij is de zoon van dierenpreparateur Etiënne Houten.
Erwin meldt op
houtenliteratuur.web-log.nl dat hij met dit opstel het leed van zijn vader een plaats wil geven.

Met 150 kilometer per uur racet preparateur van zoogdieren Etiënne Houten over de snelweg. Hij voelt nog een keer in zijn binnenzak. Het witte verfrommelde documentje is er nog. Houten haalt het papiertje tevoorschijn en legt het op zijn stuur. ‘6 juni 1999’, leest hij hardop. ‘Hierbij verklaart contractant 1 Hermanus Brood, dat zijn lichaam na zijn dood wordt geprepareerd door contractant 2 de firma Houten. Contractant 1 belooft terstond en (binnen een maximum van 2 uur) na het verscheiden van contractant 2, zijn lichaam in staat van..’
Houten heeft het contract al ontelbare keren gelezen. Maar bij het herlezen van de schitterende krullende handtekening van Herman Brood onderaan het formulier verschijnt telkens weer een vette glimlach op zijn pokdalige gelaat.
‘Hij is van mij!’ gnuift hij. Zijn handen trillen van opwinding rond het stuur. Nog geen half uur is verstreken sinds hij het bericht via het radiootje in zijn werkplaats heeft gehoord. Herman Brood is van het Hilton hotel gesprongen.
Lang heeft Houten naar deze dag toegeleefd. Dit wordt de kroon op zijn werk. Veertig jaar heeft hij zich gespecialiseerd in het prepareren van zoogdieren. Vandaag gaat hij als eerste preparateur ter wereld het meest edele zoogdier opzetten dat er bestaat: de mens. En niet zomaar eentje. Herman Brood is de grootste rockster die Nederland ooit heeft voortgebracht.
‘Amsterdam: 110 km’ staat op een bord.
‘Dat gaat lukken’, juicht hij en hij trapt het gaspedaal nog een stukje verder in.
Zijn blijdschap is nog vele malen groter dan toen Herman zijn handtekening onder de overeenkomst zette.
‘Etienne’ had Brood hem toen vaderlijk toegesproken, ‘maak er wat moois van. Het is al mijn hele leven de bedoeling de show te stelen. Jij kan me eeuwige roem ...... begrijp je... wij... eeuwige roem.’ Waarna Brood in de tuin achter zijn werkplaats op de grond was gaan liggen, zijn fles Crème de Menthe uit zijn handen liet rollen en een luid gesnurk liet horen.
Gelukkig heeft Houten de maten toen al exact opgenomen en een mal gemaakt. Al treft hij straks een bergje vlees en gebroken botten, dan nog zal het hem lukken Brood waardig op te kalefateren.
Na, onder veel gevloek, door de vermaledijde Amsterdamse jungle van grachten en steegjes te zijn gereden, bereikt Houten het Hilton. Er staan agenten. Dranghekken houden de menigte tegen.
Hij parkeert zijn auto in een perkje en trekt de eerste de beste agent aan zijn arm: ‘Laat me erdoor. Personeel!’
De agent kijkt hem laatdunkend aan. ‘Personeel?’ vraagt hij op lijzige toon. ‘Dat ben ik ook. Wat voor personeel bent u precies?’
Houten probeert naarstig het document der documenten uit zijn binnenzak te frutselen. Ineens beseft
hij dat hij met zijn ongekamde woeste haardos, haastig aangetrokken vlekkerig colbertje en ongestrikte schoenen allerminst de indruk van personeel wekt. ‘Laat eens kijken,’ zegt de agent, terwijl hij een brilletje
opzet om het verfrommelde vodje te bekijken.
‘Preparateur van zoogdieren’ leest hij hardop. ‘Ik denk dat u verkeerd bent. Gaat u eerst even langs bij het bureau Warmoesstraat. Daar kunnen ze u verder helpen.’
‘Bureau? Ga weg man! Ik moet nu naar het slachtoffer.
Onmiddellijk. Ik heb nog exact vijf minuten om het lichaam van Herman Brood de juiste injectie toe te dienen,’ roept Houten wanhopig. ‘Meneer! Wilt u ophouden. Als u mijn arm niet loslaat ben ik genoodzaakt geweld te gebruiken’, reageert de agent.
Houten voelt tranen opwellen.
‘U begrijpt het niet. Laat me erdoor. Nu!’ Met deze woorden trekt hij de arm van de plichtsgetrouwe ambtenaar voor zich langs en passeert hem. Maar als hij aanstalten maakt om over het aluminium dranghek te klimmen, voelt hij een arm om zijn borst klemmen. Dan wordt het zwart. Met een harde dreun op zijn hoofd heeft de wapenknuppel een einde gemaakt aan zijn kans op wereldwijde roem.


De teleurstelling van de preparateur is zo groot dat hij zich heeft teruggetrokken uit het vak.
Hij woont tegenwoordig in het tuinhuisje van zijn zoon.
De enige voeding die hij tot zich neemt: koude bruine bonen uit blik.