WWW.BROODJEBROOD.NL

Scooter Foetsie

Tegen de gevel van Paradiso zet Herman zijn nieuwe scootertje op slot. Eén van de grootste vernederingen die hij kan ondergaan is deze handeling: Gebukt staan om je scooter op slot te zetten. Maar in de Amsterdamse binnenstad een noodzakelijk kwaad. Hij stopt de sleutel in de linkerborstzak van zijn jasje en gaat naar binnen. Na het optreden, vele uren en drankjes later komt Herman buiten: Scooter weg. “Zet ik ver#@%# e mijn scooter een keer op slot wordt ie gestolen!”
Hij kijkt nog een paar keer goed rond, maar geen scooter. Hij neemt een taxi.Een paar maanden later moet hij weer in Paradiso optreden. Na de show komt hij met een paar bandleden naar buiten. Wanneer Herman de gage van die avond aan ze uitbetaalt ziet hij plots zijn scooter staan tegen een lantarenpaal.
Met een stevige ketting eromheen.
“Vuile junkies!” roept hij, “ik geen scooter: jullie ook geen scooter meer!” Waarop de bandleden tegen de scooter beginnen te trappen. Als de voorvork goed verbogen is, de wielen krom en de spaken eruit, roept Herman: “Stop, stop! Foutje.” Uit zijn borstzak tovert hij het fietssleuteltje tevoorschijn en opent het slot.
Verbouwereerd gapen de bandleden Brood aan als hij ze voor straf –“stelletje vandalen!”- een deel van hun gage afneemt. Fluitend stapt hij daarna op het wrak en tuft weg.

Hoe het verhaal de wereld in is gekomen is voor de bandleden een raadsel. Eén merkt op
dat het zelden voorkwam dat Herman en de band gelijktijdig een zaal verlieten. Zeker Paradiso niet.
De woorden ‘vuile junkies’ zou Brood volgens de muzikanten al helemaal niet in de mond
nemen: ‘Als-ie er een zag ging-ie een slagroomgebakje voor hem kopen.’