WWW.BROODJEBROOD.NL

Gemist Sterfbed



Na een optreden stapt Herman bij vrienden in de auto. Het feestje, dat in het zaaltje nabij Zwolle is begonnen,
wordt in de auto voortgezet. Keiharde muziek knalt uit de speakers, lijntjes speed op het dashboard en de grootverbruikers, waaronder onze artiest, zetten een spuitje.
Herman is die avond wel toe aan een verzetje. Zijn vader ligt op sterven. Hij is van plan hem nog die avond te bezoeken. Het ziekenhuis is vlak in de buurt.
Na wat te hebben rondgetoerd stoppen ze bij een truckerscafé.
In de kroeg vol vrachtwagenchauffeurs wordt Brood als een ster ontvangen. Hij krijgt gedistilleerd aangeboden tot en met en als hij zijn oog laat vallen op een van de aanwezige dames van lichte zeden biedt een fan aan de kosten voor zijn rekening te nemen. Dat laat Herman zich geen twee keer zeggen. Hij verdwijnt met de blondine naar een kamertje boven. De knappe prostituee laat er geen gras over groeien en begint zich uit te kleden.
Maar als haar vrolijke borsten tevoorschijn komen wordt Herman bezocht door het beeld van zijn stervende vader. ‘Wat doe ik hier? Ik moet naar hem toe’, bedenkt hij. Het is de eerste keer in zijn leven dat hij geen zin heeft in seks. Tegen het meisje zegt hij: ‘Het is niet dat ik je niet aantrekkelijk vind maar... ik ben niet helemaal lekker.’ De prostituee is beledigd. Ze had het graag eens met de bekende rocker willen maken.
Er ontstaat een ruzieachtige conversatie en dan wordt er ineens op de deur gebonkt. Het is de fan die heeft beloofd de kosten voor zijn rekening te nemen. Een beul van een Hells Angel. Hij blijkt de partner van het meisje te zijn. ‘Waarom wil jij niet met haar neuken?’ spreekt hij dreigend, ‘mankeer je wat aan je leuter?’
‘Ik voel me niet zo lekker. Mijn vader..’ probeert Herman nog. Dan trekt de bruut een pistool en commandeert: ‘Ja, je moeder! Erop jij!’
Herman heeft niet veel keus. Plichtmatig probeert hij er wat van te maken. Het beeld van zijn stervende vader krijgt hij maar niet uit zijn hoofd en als hij na een uur eindelijk klaarkomt kermt hij dan ook ‘Vader!’.
Als Brood vervolgens wil vertrekken naar het ziekenhuis zijn al zijn vrienden vertrokken. Daar staat hij dan. Aan de kant van de weg. Zonder vervoer. Maar Herman is niet voor een gat te vangen. Hij kiest een Duitse truck uit met bestemming Zwolle, glipt onder het zeil en houdt zich schuil in de laadbak. Als de motor
eindelijk begint te ronken is Herman echter al lang en breed in slaap gevallen. De volgende dag wordt hij wakker. In Berlijn. Die nacht is zijn vader overleden.


Het verhaal is opgetekend uit de mond van de prostituee. Zij heeft jarenlang opgeschept over haar “romance” met Herman. Tegen iedereen die het maar wilde horen beweerde ze: ’Herman heeft met niemand zo lang gevreeën als met mij.’ Waar ze dan steevast honend aan toevoegde dat haar vriend, de Hells Angel, meestal binnen twee minuten klaar was.
Volgens Hermans manager Koos van Dijk is Herman inderdaad gestrand op weg naar het sterfbed van zijn vader. Maar niet in een
truckerscafé; in een politiecel. Herman zou een paar lp’s hebben gestolen uit een platenwinkel.